Lentekorting op het gehele assortiment, met éxtra korting op Rhombus Eiken.
Composiet vlonderplanken zijn populair als onderhoudsarm alternatief voor hout, zowel in particuliere tuinen als bij professionele toepassingen zoals openbare terrassen of daktuinen. Het correct aanleggen van een composiet vlonder vergt echter zorgvuldige planning en technische kennis. In dit artikel leest u hoe u een composiet vlonder op de juiste manier legt – van een stevige onderconstructie en voldoende ventilatie en waterafvoer tot het creëren van voldoende werkingsruimte voor uitzetting, de keuze tussen clips vs. schroeven bij de bevestiging, én hoe u veelvoorkomende bouwfouten voorkomt. Zo zorgt u voor een veilig, duurzaam terras dat lang meegaat.
Inhoudsopgave
- Onderconstructie voor een composiet terras
- Balkafstand en ondersteuning
- Verankering en verhoogd terras
- Ventilatie onder de vlonder
- Waterafvoer en afschot
- Werkruimte en uitzetting van composiet vlonderplanken
- Bevestiging van composiet vlonderplanken: clips vs. schroeven
- Veelvoorkomende vlonder bouwfouten (en hoe ze te voorkomen)
- Veelgestelde vragen over composiet vlonders
- Verder lezen of aan de slag met je eigen vlonder?
Onderconstructie voor een composiet terras
Begin met het plaatsen van dragende balken (liggers) die het gewicht van de vlonderplanken kunnen ondersteunen. U heeft hierbij de keuze uit materialen als hardhout of aluminium – vermijd bij voorkeur onderbalken van composiet of kunststof, omdat die minder draagkrachtig zijn. Zo zijn aluminium balken sterker en lichter dan zowel composiet, kunststof als houten balken. Composiet vlonderplanken zelf zijn niet ontworpen als dragende constructie (zoals kolommen of balken), dus gebruik altijd aparte onderliggers van voldoende sterke materialen.
Hardhouten onderbalken (bijv. Azobé, Bankirai of een andere duurzame houtsoort) zijn een veelgebruikte keuze voor particuliere terrassen. Hardhout is stevig en weerbestendig, mits van voldoende duurzaamheidsklasse. Zorg dat houten balken geen grondcontact hebben om rot te voorkomen (hierover later meer bij ventilatie). Eventueel kunt u geïmpregneerde vuren regels gebruiken voor kleinere vlonders, maar bedenk dat zachthout sneller zal slijten. Aluminium profielen voor de onderconstructie winnen aan populariteit vanwege hun lange levensduur en perfect rechte vorm. Aluminium rot niet en houdt zijn vorm, maar let op dat u speciale zelfborende schroeven of clips gebruikt die geschikt zijn voor metaal. Ook moeten aluminium liggers voldoende worden ondersteund – gebruik ze niet als vrijdragende balken over grote overspanningen zonder steun (accoya.com). Plaats waar nodig meer steunpunten om doorbuigen te voorkomen.
Balkafstand en ondersteuning
Een veelgemaakte fout bij de montage van composiet terrasdelen is te grote afstanden tussen de onderbalken. Composietplanken zijn vaak flexibeler dan hout en vereisen een stevigere ondersteuning om doorbuigen te voorkomen. Houd de hart-op-hart afstand tussen de balken aan volgens de aanbeveling van de fabrikant – doorgaans zo’n 30 à 35 cm maximaal. Bij zwaardere belasting (bijvoorbeeld een openbare horecaterras met veel voetverkeer of zware meubels) is het verstandig een kleinere balkafstand te hanteren voor extra stevigheid. Controleer tevens dat de balken goed waterpas liggen en onderling op gelijke hoogte zijn; hoogteverschillen kunnen tot een ongelijkmatig, trillend deck leiden (sampleboard.com).
Denk bij de constructie ook aan voldoende steun op de plekken waar vlonderplanken elkaar kopse eindigen. Gebruik dubbele balken (twee liggers op enkele centimeters afstand) onder elke naad waar twee planken elkaar ontmoeten. Het niet toepassen van deze techniek kan ervoor zorgen dat de plankuiteinden niet stabiel zijn, met kans op wiebelen, scheuren of doorbuigen. Door twee balken te gebruiken en elke plankend uiteinde daarop apart vast te zetten, krijgen de planken voldoende ondersteuning en voorkomt u zwakke punten in de constructie.
Verankering en verhoogd terras
Zorg dat de onderconstructie stevig is verankerd of ondersteund op de ondergrond. In een tuin op aarde betekent dit vaak betontegels, paaltjes of funderingspalen plaatsen onder de liggers, zodat deze niet verzakken. Voor een verhoogd terras of een dakterras op een harde ondergrond kunt u gebruikmaken van rubberen tegeldragers en stelschroeven (hoogteverstellers) om de constructie nauwkeurig waterpas te stellen. Deze verstelbare voeten dragen het gewicht en creëren ruimte onder de balken. Zorg voor voldoende steunpunten; plaats bijvoorbeeld om de 40–50 cm een tegeldrager onder elke ligger (afhankelijk van de balksterkte en belasting). Eenmaal uitgelijnd vormt dit een stabiel frame waarop de composiet delen gelegd kunnen worden. (Tip: Leg op een zachte ondergrond eventueel worteldoek om onkruid tegen te houden, maar dek nooit de hele onderzijde af – blijf ventilatie toelaten onder de vlondergadero.nl.)
Ventilatie onder de vlonder
Voldoende ventilatie onder een composiet vlonder is cruciaal voor de levensduur. Hoewel composietplanken zeer weerbestendig zijn, bevatten veel types houtvezels die een kleine hoeveelheid vocht kunnen absorberen. Zonder ventilatie kan zich onder de vlonder langdurig vocht ophopen, wat schimmelgroei bevordert en houten onderbalken aantast Zorg er daarom voor dat er genoeg open ruimte is onder de planken en rondom de constructie voor luchtcirculatie. Fabrikanten schrijven doorgaans een minimale ventilatieruimte van enkele centimeters voor. NeoTimber raadt bijvoorbeeld minstens 35 mm vrije ruimte aan tussen de onderkant van de planken en de ondergrond (neotimber.com), terwijl Ecodek zelfs ~80 mm speling adviseert Dit betekent dat de liggers nooit direct plat op een betonnen ondervloer of op de aarde mogen liggen (ecodek.co.uk) – gebruik altijd blokjes, paaltjes of verstelbare dragers om de constructie op te hogen.
Houd ook rekening met ventilatie aan de zijkanten en bij obstakels. Plaats de vlonder nooit strak tegen een muur, schutting of ander obstakel. Laat overal een kier van circa 1 cm vrij tussen de vlonder en opstaande randen of muren, zodat lucht kan circuleren en er geen klemwerking ontstaat. Die ruimte voorkomt bovendien dat regenwater blijft staan langs randen (capillaire werking) en geeft het water de kans weg te lopen. Composiet planken mogen nergens direct op de grond of tegen een andere vaste ondergrond aanliggen – alleen op de ondersteunende balken (deckingnetwork.com). Heeft u een zeer lage constructiehoogte (bijvoorbeeld een vlonder vlak boven betegeling of dakbedekking), overweeg dan om op enkele plekken ventilatieroosters of openingen te integreren zodat er toch enige luchtstroom onder het deck kan plaatsvinden.
Ventilatie is niet alleen belangrijk voor de planken zelf, maar ook om eventuele houten delen van de onderconstructie droog te houden. Een goed geventileerde vlonder droogt na een regenbui sneller op, wat de groei van algen en schimmel tegengaat In de zomer voorkomt luchtcirculatie bovendien overmatige hitte-ophoping onder donkere composietplanken. Kortom, ontwerp uw composiet terras zodanig dat het kan ademen: open ruimten, kieren en voldoende hoogte zorgen voor een gezond terras dat jarenlang meegaat.
Waterafvoer en afschot
Naast ventilatie moet u ook aandacht besteden aan een goede waterafvoer. Composiet vlonders zijn waterbestendig, maar stilstaand water kan op den duur vuil, algvorming en glijgevaar veroorzaken. Monteer de vlonder daarom bij voorkeur met een licht afschot (helling). Een hellingsgraad van ongeveer 1–2% (1 à 2 cm per meter) is aanbevolen, zodat regenwater vanzelf van het oppervlak wegloopt. In de praktijk betekent dit dat u de onderconstructie iets schuin richt – bijvoorbeeld door de liggers op licht aflopend niveau te plaatsen – of de tegeldragers aan één zijde iets hoger te stellen dan aan de andere kant. Let op dat het afschot steeds van gebouwen of muren af helt, zodat water niet richting de gevel loopt maar juist van de woning weg.
Bij holle composietplanken is afschot extra belangrijk. Water dat in de kamers van een holle plank blijft staan kan vuilophoping en mogelijke vorstschade veroorzaken. Producenten schrijven daarom vrijwel altijd voor om holkamer-profielen met minstens ~1–2% helling te plaatsen. Massieve composietplanken zijn minder gevoelig voor interne waterophoping en mogen volgens sommigen waterpas worden gelegd, maar toch is een lichte helling ook daar verstandig om plassen op het oppervlak te voorkomen. U merkt de helling van 1–2% visueel nauwelijks, maar het maakt wel dat uw terras sneller droogt na regen.
Controleer vóór aanleg dat de ondergrond onder de vlonder zelf ook enigszins doorlatend of aflopend is. Op een betonnen dak bijvoorbeeld moet het water via de aanwezige dakafvoer weg kunnen; positioneer de tegeldragers zodanig dat ze deze afvoerpunten niet blokkeren. Heeft u een groot terras, zorg dan dat er voldoende uitloopmogelijkheden zijn aan de randen of eventueel tussen secties van de vlonder. Water moet altijd weg kunnen – stilstaand water kan ’s winters bevriezen (uitzetten) en druk uitoefenen op de constructie, wat op termijn tot problemen kan leiden. Met een correct afschot en slimme plaatsing voorkomt u dergelijke vochtproblemen.
Werkruimte en uitzetting van composiet vlonderplanken
Een belangrijk verschil tussen hout en composiet is het werkingsgedrag van het materiaal. Hout “werkt” vooral door schommelingen in vocht (krimpen/zwellen haaks op de nerf), terwijl composiet voornamelijk uitzet en krimpt door temperatuurveranderingen. Gelukkig is de werking van moderne WPC-composieten relatief beperkt, maar u moet toch voldoende uitzettingsruimte (ook wel werkruimte genoemd) voorzien om beweging op te vangen.
Afstand tussen de planken: Monteer nooit composiet vlonderdelen strak tegen elkaar. Laat tussen elke plank een tussenruimte open – doorgaans regelt het gebruik van clips dit automatisch, maar bij schroefmontage moet u hier zelf op letten. Een tussenruimte van 5 à 6 mm is gebruikelijk. Dit lijkt misschien veel, maar is nodig voor ventilatie en om uitzetting bij warmte op te vangen. Bovendien hebben de planken die ruimte nodig om eventueel regenwater makkelijk tussen de naden door te laten weglopen. Veel fabrikanten adviseren ~5 mm, sommige zelfs iets meer afhankelijk van de lengte van de planken en het klimaat. Zo is het aan te raden om bij warm weer een iets kleinere voeg te houden en bij koude temperatuur iets grotere, omdat de planken in de zomer uitzetten en in de winter krimpen (deckingnetwork.com).
Kopse uitzettingsvoeg: Wanneer u planken in de lengte moet koppelen (bijv. vlonder langer dan de lengte van de plank), laat dan ook aan de kopse kanten een voeg. Houd ongeveer 10–15 mm ruimte vrij waar twee plankuiteinden tegen elkaar komen (gadero.nl). Deze kops naden vallen nauwelijks op als u symmetrisch werkt, maar zijn essentieel om te voorkomen dat de planken elkaar gaan opduwen bij uitzetting op warme dagen. Bevestig elke kopse plankuiteinde op een eigen steunbalk (zie eerder: dubbele balken) en zorg dat de uiteinden nooit tegen iets aanklemmen.
Randafstand: Zoals eerder genoemd bij ventilatie, laat u rondom tegen muren, randen, palen en andere obstakels altijd speling (±1 cm). Deze perimeter-ruimte is zowel voor ventilatie als voor materiaalwerking bedoeld (deckingnetwork.com). Denk ook aan objecten in het terras: bijvoorbeeld een afvoerbuis, hekwerk of bomen die door de vlonder heen komen – zaag het gat altijd iets ruimer uit dan de paaldiameter en werk het af met een rozet of afdeklijst zodat de plank vrij kan bewegen.
Tot slot is het slim om composiet vlonderplanken geacclimatiseerd te installeren. Dat wil zeggen: laat de planken vooraf enige tijd op de locatie liggen (vlak en ondersteund) zodat ze de omgevingstemperatuur aannemen (deckingnetwork.com). Zo beperkt u verrassingen achteraf. Wanneer u deze richtlijnen volgt – genoeg tussenruimte tussen de planken, vrijliggende uiteinden en randspeling – kan uw terras ‘werken’ zonder schade: de natuurlijke uitzetting en krimp zullen niet tot scheefstand, kromming of barsten leiden (neotimber.com).
Bevestiging van composiet vlonderplanken: clips vs. schroeven
Bij het monteren van composiet vlonderplanken zijn er grofweg twee bevestigingsmethoden: met speciale clips (onzichtbare bevestiging) of met schroeven door de plank heen. Beide methoden hebben voor- en nadelen, en vaak schrijft de fabrikant een specifieke methode voor. We bespreken ze hier allebei.
Onzichtbare clips
Veel composietsystemen maken gebruik van verdekte clips die in de zijkant van de planken grijpen. Dit heeft als voordeel dat er geen schroefkoppen zichtbaar zijn aan het oppervlak – u krijgt een strak en gelijkmatig ogend terras. Daarnaast zorgen clips vrijwel automatisch voor de correcte tussenruimte tussen de planken. Elke clip fungeert als een afstandhouder (meestal ~5 mm dik), zodat uw planken netjes evenwijdig en met consistente voeg liggen. Clips kunnen van roestvast staal of van kunststof zijn. RVS clips zijn sterk en duurzaam, maar bij vlonders met weinig ventilatie of dicht bij vocht kan RVS desondanks corroderen op den duur. In zulke situaties kan het gebruik van hoogwaardige kunststof clips raadzaam zijn (deckingnetwork.com) om roest te vermijden. Kunststof clips geven bovendien iets meer mee bij uitzetting en krimpen, al zijn goede RVS clips doorgaans ook zodanig ontworpen dat de schroefverbinding enige speling toelaat.
Montage met clips: Begin de eerste rij planken met speciale startclips tegen de muur of rand. Leg vervolgens plank voor plank, en plaats bij elke balk één clip per kruising van plank en ligger (deckingnetwork.com). Schroef de clips in de onderbalk (meestal zijn het zelfborende schroefjes) zodat ze de plank klemmen. Schuif de volgende plank tegen de clips aan en herhaal dit proces. Zorg dat clips goed zijn aangedraaid, maar niet overmatig strak – de plank moet nog vrij kunnen uitzetten en krimpen tussen de clips. Bij kopse aansluitingen op één balk gebruikt u vaak twee clips naast elkaar (één voor het einde van de eerste plank en één voor het begin van de volgende plank), mits de systeeminstructies dat voorzien. Controleer bij de laatste plank (aan de buitenrand) hoe deze vastgezet moet worden; vaak wordt deze van bovenaf geschroefd met kleurgecoate schroeven of met speciale eindclips, omdat er aan de buitenste zijde geen tweede plank is om een clip tegen te klemmen.
Bevestigen met schroeven
Bevestiging met schroeven door de bovenzijde van de plank is de klassieke methode die bij hout toegepast wordt, en kan ook bij composiet in bepaalde situaties nodig of gewenst zijn. Niet alle composietplanken hebben groeven voor clips – sommige massieve planken zijn bedoeld om direct te schroeven, en ook bij bijvoorbeeld diagonaal geplaatste planken of speciale randafwerkingen wordt vaak met schroeven gewerkt. Gebruik altijd roestvast stalen (RVS) schroeven die geschikt zijn voor composiet. Gewone stalen schroeven zullen namelijk gaan roesten en kunnen lelijke vlekken geven op uw terras. Vaak zijn speciale composietschroeven voorzien van een gekleurde kop (in de kleur van de plank) en een zelfreinigende schroefdraad die het boormeel goed afvoert.
Montage met schroeven: Boor – tenzij de fabrikant het expliciet niet voorschrijft – de planken altijd voor. Hoewel veel composietmateriaal zich makkelijker laat schroeven dan hardhout, is voorboren vooral aan de plankuiteinden aan te raden om scheuren te voorkomen. Boor iets ruimer dan de schroefdiameter (bijv. 4 à 5 mm gat voor een 4 mm schroef) zodat de schroef niet klemt in het materiaal als de plank werkt (deckingnetwork.com). Plaats minimaal twee schroeven per kruising plank/ligger, op zo’n 2–3 cm van de zijkant van de plank. Gebruik bij voorkeur schroeven met een platkop of panhead-profiel die nét verzinken in het oppervlak zonder te diep weg te zinken – bij composiet moet de schroefkop gelijk met of iets ín het oppervlak vallen voor een nette afwerking, maar een te diepe verzinking kan vuil verzamelen of de structuur verzwakken. Moderne composietplanken van hoge kwaliteit (zoals van Millboard) hebben vaak een speciale oppervlaktesamenstelling die kleine schroefgaten praktisch onzichtbaar maakt doordat het materiaal eromheen “terugveert” na het indraaien. In andere gevallen kunt u werken met pluggen: stukje materiaal in de kleur van de plank die het schroefgaatje afdichten voor een onopvallend resultaat.
Clips of schroeven? In het algemeen geldt: volg de methode die de producent van uw terrasplank aanbeveelt. Clips worden doorgaans verkozen voor het gros van het oppervlak vanwege de esthetiek en gelijkmatige plaatsing. Schroeven worden gebruikt waar clips niet kunnen (zoals de eerste/laatste plank of bijzondere hoekjes), of als u een specifiek patroon legt dat clipgebruik bemoeilijkt. Beide methoden kunnen ook gecombineerd worden. Let er vooral op dat u voldoende bevestigingspunten voorziet – elke plank hoort op elke balk met een clip of schroef vast te liggen (deckingnetwork.com). Een fout die doe-het-zelvers weleens maken is te zuinig te zijn met bevestigers, wat kan resulteren in planken die “zweven” en later gaan werken of doorbuigen.
Veelvoorkomende vlonder bouwfouten (en hoe ze te voorkomen)
Het aanleggen van een composiet vlonder vergt nauwkeurigheid. Er zijn een aantal veelgemaakte fouten bekend bij de bouw van vlonders. Hieronder noemen we de belangrijkste problemen én tips om ze te vermijden:
- Ondervaluatie van de onderconstructie – onvoldoende draagkracht: Een veelvoorkomende fout is het gebruik van te lichte of te weinig onderbalken. Zoals besproken heeft composiet een hogere doorbuigingsneiging dan massief hout, waardoor een goede onderbouw extra belangrijk is. Zet dus niet “zomaar vijf balken onder een terras van 4 meter” – dat is echt onvoldoende (neotimber.com). Gebruik voldoende balken met de juiste hartafstand (30–35 cm of minder indien nodig) en ondersteun ze goed. Ook het hergebruiken van een oude houten onderconstructie kan riskant zijn als die al half verrot of verzakt is neotimber.com). Investeer in een degelijk frame; dit bepaalt de levensduur van uw terras.
- Geen dubbele balk bij planknaden: We noemden het al bij de onderconstructie: als twee planken in de lengte aan elkaar grenzen, moet er onder die naad extra ondersteuning zijn. Een veelvoorkomende bouwfout is om lange planken door te leggen op één enkele balk zonder extra ondersteuning. Gevolg: de uiteinden hebben speling en kunnen gaan werken of zelfs breken (sampleboard.com). Voorkom dit door altijd dubbel te dragen waar planken eindigen.
- Onvoldoende ventilatie en ademruimte: Sommige bouwers dichten de ruimte onder een vlonder af (bijv. met platen tegen onkruid of voor het oog). Dat kan funest zijn: gebrek aan ventilatie leidt tot vochtophoping, schimmel en versneld rotten van hout (sampleboard.com). Laat altijd lucht onder en rond de vlonder circuleren. Denk ook aan de 1 cm randruimte bij muren en objecten – het vergeten hiervan kan niet alleen vochtproblemen geven maar ook de uitzetting belemmeren, waardoor de planken gaan kromtrekken bij warm weer (neotimber.com).
- Geen afschot voor waterafvoer: Een doodzonde bij terrasbouw is het vlak en zonder afschot monteren van de vlonder, zeker bij holle composietplanken. Water blijft dan op het deck staan of in de hollingen van de planken, met groene aanslag en mogelijk structurele schade als resultaat. Zorg altijd voor die 1–2% afschot (gadero.nl), hoe gering ook – het maakt echt verschil. Vergeet ook niet de ondergrond: bijvoorbeeld, leg een vlonder op tegels nooit in een kuil zonder drainage.
- Verkeerde of te weinig bevestigingsmateriaal: Gebruik altijd RVS bevestigers van goede kwaliteit. Fouten zoals gewone (non-RVS) schroeven gebruiken leiden tot roestplekken en verzwakking. Ook het niet strak aantrekken van schroeven/clips of juist te strak (waardoor geen werking mogelijk is) komt voor. Volg de instructies: bijvoorbeeld clips altijd voorzien op elke ligger (deckingnetwork.com) en schroeven netjes op afstand van de randen indraaien.
- Planken zonder tussenruimte leggen: Soms denkt men dat composiet “toch niet uitzet” en plaatst men de planken zonder voeg of te dicht op elkaar. Dit kan in een hete zomer tot drama leiden – de planken drukken dan tegen elkaar en kunnen omhoog komen of bol staan (neotimber.com). Ook voorkomt u zo dat vuil en water makkelijk weg kunnen. Houd dus altijd de voorgeschreven tussenruimte (meestal ~5 mm) en kops ruimte aan, ook al lijkt het in eerste instantie groot. De fabrikant heeft dit niet voor niets voorgeschreven.
- Slordige afwerking van details: Ten slotte ontstaan problemen ook door gehaast afwerken. Denk aan het niet plaatsen van eindkapjes op holkamer-planken (waardoor vuil en water in de plank hopen), het niet ontbramen van zaagsnedes (scherpe randen kunnen splinteren of verwondingen geven) of het vergeten van dilatatieprofielen bij zeer grote oppervlakken. Besteed aandacht aan de details: gebruik afwerkprofielen of -hoeken voor randen, plaats eventuele afdekdopjes correct, en controleer het hele terras op afgewerkte schroefgaten en egale voegen.
Door deze veelvoorkomende fouten in gedachten te houden – en uiteraard de montagehandleiding van de producent stap voor stap te volgen – voorkomt u problemen en haalt u het maximale uit uw composiet vlonder. Een goede voorbereiding en nauwkeurige uitvoering betaalt zich uit in een terras dat er prachtig uitziet en bestand is tegen weer en wind.
FAQ over composiet vlonders
Hoeveel tussenruimte moet ik laten tussen composiet vlonderplanken?
Houd bij het leggen van composiet vlonderplanken ongeveer 5-6 mm ruimte tussen de lange zijden van elke plan). Deze ruimte wordt meestal automatisch gerealiseerd als u gebruikmaakt van de bijbehorende clips. Aan de kopse kanten (waar planken in de lengte tegen elkaar komen) laat u een iets grotere voeg, ca. 1 cm. Bovendien dient een composiet vlonder rondom ~1 cm los te liggen van muren of andere obstakels voor voldoende werkingsruimte en ventilatie. Volg steeds de aanbevelingen van de fabrikant van úw specifieke planken, aangezien de exacte afstand iets kan variëren per merk en temperatuur bij installatie.
Kan ik een composiet vlonder direct op gras, aarde of beton leggen?
Nee, een composiet vlonder moet altijd op een onderconstructie worden geplaatst en mag niet vlak op de ondergrond liggen. U heeft een draagstructuur van balken nodig (bij voorkeur hardhout of aluminium) die op hun beurt ondersteund worden op tegels, paaltjes of verstelbare dragers. Dit creëert ruimte voor ventilatie onder de planken en zorgt voor een vlakke, stabiele basis. Direct op gras of aarde leggen is af te raden omdat de onderbalken dan gaan rotten en de vlonder onstabiel wordt. Ook op een betonnen ondergrond moet u de vlonder iets verhogen met rubberen tegeldragers of balkjes – dit beschermt zowel het beton als de planken en zorgt dat water kan weglopen.
Wat is de beste onderconstructie voor een composiet terras?
De beste onderconstructie is er een die sterk, duurzaam en vormvast is. Veel professionals verkiezen aluminium onderbalken vanwege hun sterkte en ongevoeligheid voor rot . Een goed alternatief is hardhout (zoals Azobé of Bankirai) dat van nature bestand is tegen vocht en lang meegaat. Vermijd bij voorkeur onderbalken van houtcomposiet/kunststof met onvoldoende wapening – hoewel er kunststof balken op de markt zijn, kunnen goedkope varianten doorbuigen als ze niet voortdurend ondersteund worden. Zorg ongeacht het materiaal voor een ontwerp met voldoende balken (h.o.h. 30-35 cm) en steunpunten. Gebruik ook bijpassende bevestigingsmaterialen (bijv. speciale zelfborende schroeven voor aluminium, of RVS schroeven voor hout). Met een kwalitatieve onderconstructie zal uw composiet vlonder net zo lang (of langer) meegaan als de planken zelf.
Moet een composiet vlonder aflopen (afschot hebben)?
Ja, het is aanbevolen om een licht afschot van ~1–2% aan te houden bij het plaatsen van een composiet vlonder. Dit betekent dat het terras per meter ongeveer 1 à 2 cm hoogteverschil heeft, zodat regenwater vanzelf wegstroomt. Zonder afschot kan water op de planken blijven liggen, wat tot vervuiling en mogelijk gladheid leidt. Zeker bij holle composietplanken is afschot belangrijk om te voorkomen dat water in de holle kamers blijft staan. U kunt het afschot realiseren door de fundering iets schuin te leggen of de stelvoeten aan één kant hoger te zetten. Controleer met een waterpas in de lengterichting van de planken of de helling correct is. Een gering afschot is voldoende – het is niet de bedoeling dat u de helling duidelijk merkt als u op de vlonder staat, slechts dat het water netjes van het oppervlak verdwijnt.
Verder lezen of zelf aan de slag?
Dit artikel is bedoeld als een onafhankelijke en technisch onderbouwde hulpgids voor het correct aanleggen van een composiet vlonder. Ben je op zoek naar praktische toepassing van deze informatie in jouw eigen tuin of project? Dan hebben we aanvullende bronnen die je verder helpen:
Ontdek onze collectie composiet vlonderplanken
Vergelijk massieve en holle profielen, diverse kleuren en structuren – allemaal onderhoudsvrij, kleurvast en voorzien van een co-extrusie toplaag.
Bekijk de vlondercollectie »
Bekijk de montagehandleiding
Stap-voor-stap instructies voor het monteren van composiet terrasdelen, inclusief bevestigingstips, onderconstructie-opbouw en afwerking.
Naar onze montagepagina »
Andere interessante pagina’s over composiet vlonders:
- Voordelen van composiet vlonderplanken t.o.v. hout
- Inspiratie: moderne tuinprojecten met composiet vlonders
Heb je specifieke vragen over jouw situatie, ondergrond of constructiewensen?
Neem dan gerust contact met ons op — we denken graag met je mee.