Composiet vlonder leggen: Fundering & Montage

Wil je een duurzaam en strak vlonderterras aanleggen met composiet planken? Dan is een juiste fundering en montage essentieel. In dit artikel leggen we stap voor stap uit waar je op moet letten bij de voorbereiding en plaatsing van een composiet vlonder – specifiek afgestemd op onze producten van Buitenpaneel. We combineren praktische tips uit de praktijk met inzichten uit onze montagehandleiding (PDF).

📑 Inhoudsopgave

  • Waarom een goede fundering cruciaal is
  • Ondergrond en stabiliteit
  • Verschillende montageopties
  • Fundering met Paddle System (veen, klei)
  • Fundering op zandgrond of harde ondergrond
  • Belangrijke tips voor ventilatie en afwatering
  • Montage van de vlonderplanken
  • Veelgemaakte fouten voorkomen

Waarom een goede fundering cruciaal is

Composiet vlonderplanken zijn onderhoudsarm en duurzaam, maar hebben – net als houten planken – een stabiele en goed doorluchte onderbouw nodig. De fundering bepaalt:

  • of je vlonder vlak en stevig blijft liggen,
  • of er voldoende ventilatie en afwatering is,
  • en hoe lang je terras meegaat zonder verzakking of vervorming.

Gebruik bij voorkeur aluminium of hardhouten liggers. Composiet liggers kunnen alleen gebruikt worden bij volledige ondersteuning.


🌍 Ondergrond en stabiliteit

De juiste aanpak begint bij het type ondergrond:

OndergrondAanbevolen methode
Klei / veenAluminium frame + Paddel systeem of piketpaaltjes
ZandAluminium frame direct op zandbed + eventueel paddle systeem voor hoogteverschil
Harde ondergrondAluminium frame + eventueel paddle systeem voor hoogteverschil

📌 Check jouw bodemsoort via bodemdata.nl.

Bij zandgrond is het Paddle System optioneel, maar kan extra stabiliteit bieden. Zorg altijd dat je een waterpas ondergrond hebt, werk eventueel met een trilplaat en vermijd contact tussen houten delen en natte aarde.

Verschillende montageopties

Bij het aanleggen van een composiet vlonder zijn er meerdere manieren om de fundering op te bouwen. Welke methode je kiest, hangt volledig af van de ondergrond en de mate van stabiliteit die nodig is. In de montagehandleiding van Buitenpaneel worden drie montagevarianten uitgelegd die elk hun eigen toepassingsgebied hebben. Hieronder lichten we de belangrijkste situaties kort toe.

  1. Met Paddle System – ideaal voor instabiele ondergronden zoals veen en klei, waarbij verzakking moet worden voorkomen.
  2. Zonder Paddle System op zandgrond – geschikt voor vlakke, stabiele ondergronden zoals zandbodems die gelijkmatig zijn geëgaliseerd.
  3. Zonder Paddle System op harde ondergrond – denk aan betonnen terrassen of dakterrassen, waarbij met verstelbare dragers gewerkt wordt voor een vlak resultaat.

Elke methode vereist een eigen aanpak in plaatsingsafstanden, type bevestigingsmateriaal en hoogte-instelling. Het doel blijft steeds hetzelfde: een stabiele, waterpas en goed geventileerde onderconstructie waarop je composiet terras jarenlang mee kan.


Fundering met Paddle System (veen, klei)

Wanneer je werkt op een instabiele ondergrond zoals klei of veen, is een standaard fundering niet voldoende. Het Paddle System biedt dan uitkomst. Dit systeem bestaat uit verstelbare dragers die gelijkmatig worden verdeeld over het oppervlak (4 paddles per m²). Hierop plaats je eerst lange liggers in één richting, en vervolgens korte liggers haaks daarop – deze constructie vormt een stabiel grid.

Daarnaast kunnen ook piketpalen gecombineerd worden met dwarsbalken om verzakking te voorkomen. Het gebruik van anti-worteldoek voorkomt onkruidgroei, terwijl een laag schelpen extra helpt bij de afwatering. Let erop dat de korte liggers een kwartslag gedraaid worden zodat ze stevig tussen de lange balken passen. Deze oplossing zorgt voor maximale stabiliteit én goede luchtcirculatie onder het terras.


Fundering op zandgrond of harde ondergrond

Is de ondergrond egaal en van zichzelf redelijk stabiel, zoals bij zandgrond of een bestaande betonnen vloer? Dan heb je geen Paddle System nodig, maar zijn er wel andere belangrijke aandachtspunten.

Voor zandgrond adviseren we om de ondergrond goed te egaliseren met een trilplaat. Gebruik rubberen pads of tegeldragers als ondersteuning voor de liggers. Plaats deze met tussenafstanden van ca. 40 cm, en werk eventueel kruislings met korte liggers voor meer stabiliteit.

Op harde ondergronden zoals beton of een dakterras werk je met verstelbare dragers of slagpluggen. Zorg voor een lichte helling (1–2%) zodat water goed wordt afgevoerd. Ook hier is het belangrijk dat de liggers niet direct op het beton liggen, maar iets verhoogd zijn om ventilatie mogelijk te maken.


Ventilatie en afwatering

Een goed functionerend vlonderterras moet kunnen ‘ademen’ – ventilatie is essentieel om vochtophoping, schimmelvorming en houtrot te voorkomen. Daarnaast voorkomt een goede waterafvoer dat er plassen blijven staan of dat de planken glad worden.

Zorg altijd voor:

  • Voldoende ruimte tussen de onderkant van de vlonder en de ondergrond voor ventilatie.
  • Randspeling van circa 1 cm rondom vaste elementen zoals muren, schuttingen of objecten.
  • Lichte helling van 1–2%, zodat regenwater gemakkelijk van het oppervlak wegloopt.

Gebruik géén gesloten folie onder het terras. Werk bij voorkeur met anti-worteldoek dat doorlaatbaar is voor lucht en water. Afsluiting van de zijkanten met kantplanken voorkomt dat er water in de holtes van composietplanken blijft staan – dit is vooral bij holkamerplanken belangrijk.


Montage van de vlonderplanken

Na het aanleggen van de onderconstructie begint de montage van de composiet planken. Buitenpaneel werkt met een eenvoudig kliksysteem op basis van verschillende soorten clips:

  • Side Clips: startbevestiging bij de eerste plank (elke 40 cm)
  • Special Clips: extra fixatie van eerste plank (elke 80 cm)
  • Montageclips: bevestiging van alle volgende planken

De planken worden eenvoudig in de clips geschoven. Belangrijk is dat:

  • De ruimte tussen planken ca. 5–6 mm bedraagt (voor ventilatie en werking)
  • Bij kopse naden een voeg van 10–15 mm wordt gelaten, ondersteund met dubbele ligger
  • Planken eerst acclimatiseren op locatie voor montage

De laatste plank kan niet met clips worden bevestigd. Deze schroef je schuin via de groef in de ligger, of je werkt af met een eindlat. Gebruik altijd RVS schroeven met kleurgecoate kop. Let tot slot op een afstand van minimaal 10 mm tussen de laatste plank en een muur.

📎 Bekijk stap-voor-stap uitleg in de officiële handleiding (PDF)

Veelgemaakte fouten voorkomen

  • Geen tussenruimte → kans op bol staan of kromtrekken
  • Geen dubbele balk bij kopse naad → instabiliteit
  • Geen ventilatie → schimmel, vochtproblemen
  • Geen afschot → stilstaand water, algen, gladheid
  • Te weinig clips of schroeven → planken gaan zweven
  • Geen afsluiting aan zijkanten → waterophoping in planken

📎 Bekijk onze blog waar de deze onderwerpen verder bespreken: Uitgebreide hulpgids voor het leggen van een stabiele vlonder

Samenvattend: wat heb je nodig?

  • Composiet vlonderplanken
  • Aluminium of hardhouten liggers
  • Clips (Side, Special, Montage)
  • Waterpas, boormachine, rubberen pads
  • Anti-worteldoek, slagpluggen
  • Optioneel: Paddle System, piketpalen, dwarsbalken, kantplanken, schelpen

Verder lezen of starten met je project?

✔️ Bekijk onze collectie composiet vlonderplanken ✔️ Lees onze montagehandleiding (PDF) ✔️ Vraag gratis advies via onze contactpagina